Navigaasje
 
Een stukje onland
 

Een stukje onland in het dorp

Nergens kan ik zo van genieten als van spelende kinderen. Nu ligt er
voor mijn woning in Eenrum een prachtig stukje onland, waar ieder kind uit de buurt zijn gefantaseerde avonturen kan uitleven; rover zijn, indiaan op bizonjacht, een krijgsraad houden op de heuvel.
Het stukje land waar ik op doel is een halvemaanvormig lapje grond, waar oorspronkelijk door onze gemeente een serie koopwoningen en een plantsoen gepland waren. 
De woningbouw is tot nu toe niet doorgegaan en de natuur heeft kans gezien op deze nog onbenutte vlakte een te uniek kinderparadijs te scheppen.

Centraal ligt een berg grond. Deze is hier opgeworpen door een enthousiaste tuinbezitter, die na aankoop van "gekwalificeerde zwarte tuinaarde" (die onvruchtbare zwartsmerende troep van de Schrale heidegrond) toch ergens zijn vruchtbare Groninger zode kwijt moest. Tot geluk van het kindervolk heeft de tuin liefhebber dit in het openbaar groen gestort en de aarde vormt nu een ideale speelberg.

De hele dag is de speelse heuvel in gebruik. 's Ochtends zonnen zich er
de poezen. Maar nog niet is de kleuterklas uit school of de kleuters
verstoren de poezenrust.
Uitgerust met schopjes, plankjes of alleen hun bemodderde knuistjes wordt hier een hoop gewichtig werk verzet.
Een groene zode, waarvan het taaie gras bestand blijkt tegen het kleuter
gegraaf hult langzamerhand de hele heuvel in een zacht tapijt. Na het
uitkomen van de lagere school is deze geelgroene stoeimat het domein van de grotere kinderen. Wanneer tenslotte op lauwe zomeravonden de schemering valt, staan nog enkele pubers aan de voet van het heuveltje intiem te praten. 

Maar er is meer dan de speelberg. Al vroeg in het voorjaar zoeken kleine meisjes madeliefjes, paardebloemen en kamille, welke ze aan de deur verkopen. Zo trots zijn ze op hun koopwaar, dat ze die aan "arme mensen" gratis verhandelen.

Wanneer in de volle zomer de zuring manshoog groeit (voor kleine kinderen tenminste), wanen ze zich in hun eigenste oerwoud en banen zich kruipdoorsluipdoorwegen.
Oudere kinderen zoeken plant na plant en hebben hun spontane kennismaking met de levende natuur.
In de nazomer is het veldje kaalgemaaid; de kinderen hebben verdriet en
vertonen zich enkele dagen niet op de kale vlakte.

Eén maal per jaar maaien is trouwens een juiste vorm van onderhoud voor een ruige speelwei. Bij vaker maaien ontstaat een saai gazon, leuk om te voet ballen maar niet voor andere kinderactiviteiten. Wanneer er nooit gemaaid wordt, verdwijnen echter de bloemen uit het gras. Dan ontstaat een even saai beeld van dichte pollen struikgewas en kweek.

Deze winter staan er plassen water op de lage delen van het veld. Hier maken de peuters voor het eerst kennis met ijs. Na een nacht vorst banjeren de kleintjes trots op hun gele en rode laarsjes, als kleine ijsbrekertjes over de ijsvlakte.

Deze morgen, nu de kinderen naar school zijn, is het stil op het onland.
In de verte sluipt een poes over haar jachtterrein. Een torenvalk staat te
bidden, duikt omlaag. Weg vliegt ze met haar buit.

G. Poortinga, 1980