Lespagina van Poortinga, uw web-docent economie    
      
Bedrijfseconomie                            naar Lineone.nl
home
woordenlijst
toelichtingen

extra oefenopgaven
 HOME,   Hoofdstuk 1  H2  H3  H4  H5   H8-9  Woordenlijst 

 

Veel toelichtingen  

Waarom uitweidingen als er al een samenvatting is. Ach, elk heeft zijn/haar eigen manier van verwerken. Soms wil men een samenvatting maar soms ook een uitweiding. Dan beziet men de stof eens vanuit een ander perspectief en een meerdimensionaal beeld is nu eenmaal wat levendiger en beter te bevatten. Het beste werkt het om zelf pen en papier te pakken -of het kladblok van je computer- de hoofdbegrippen neer te pennen en dan met het boek dicht  een kleine uitweiding te geven voor een denkbeeldige medestudent. Het volgende heb ik zelf a prima vista neergepend na het lezen van de titel en inhoud van het hoofdstuk:  

                inhoud:   bedrijfshuishouding   bedrijfseconomie   economische wetenschap   welvaart en welzijn   het economisch principe (het maken van keuzes)   productie   voorraad- en stroomgrootheden   economie is taal en taal is economisch
    


Economie is taal

In taal worden de economische begrippen vorm gegeven. Alleen als men die taal correct spreekt kan men zich in het vak redden. Lees dus begrippen en definities nooit globaal met herkauw ze. Het leerproces in die grijze cellen is lachwekkend traag.


 

Bedrijfshuishouding

Bedrijfshuishouding...., raar woord eigenlijk. Het ruikt wat naar de vorige eeuw. Dat klopt, tegenwoordig hadden we een Engels woord gekozen. In de economie spreken we vaak over huishoudingen, bijvoorbeeld: de staatshuishouding, bedrijfshuishouding.

Het klinkt beslist huiselijk. Zie je de minister president Wim Kok al aan de afwas, zijn minister Annemarie Jorritsma, Friese liedjes van de Kast zingende*), aan het afdrogen met de "skūldoek", of de president-commissaris van de Frieslandbank, mijn vroegere klasgenoot Age Offringa en  mijn gewezen collega Gerrit Ybema, Fries chattend, aan het stofzuigen? 

Nee die staats- afwas, de milieuzorg, dat doet het ministerie VROM.
Toch is een bedrijf heel goed vergelijkbaar met een huishouden. Ook in het huishouden vindt productie plaats van comfort en zorg. Thuis, in het Huishoudboekje of tegenwoordig in de bankgiroafschriften, moeten de uitgaven de inkomsten niet overtreffen, anders heeft de kostwinner een probleem. 

Thuis worden, net als in een bedrijf of bij de staat,  lange termijninvestering gedekt met lange termijnschulden, bijvoorbeeld de hypotheek en de autofinanchiering)
In de huiselijke huishouding gelden de bedrijfseconomische regels dus even hard; en in een harde economische samenleving als de Verenigde Staten wordt je baanloos ook snel dakloos.

*) Jorritsma heeft net als tal van andere ministers waaronder jullie eigen minister van onderwijs, Loek Hermans, op latere leeftijd het Fries geleerd!

terug naar inhoud


Bedrijfseconomie


Bedrijfseconomie gaat dus over het bedrijfshuishouden, over hoe je dat huishouden bedrijfsmatig, dus volgens expliciete regels, regelt. Alle regels gelden natuurlijk evengoed voor andere huishoudens. Onderwerpen die in het huishoudboekje aan de orde komen zijn onder andere: de beheersing van de de productie en van de virtuele tegenpool de centen. Het belangrijkste middel daarbij is de administratie (in uitgebreide zin de administratieve organisatie). 

Bij het woord administratie denken we aan alle aantekeningen naar aanleiding van het bedrijfsgebeuren. Bij administratieve organisatie aan alle geschreven regels die het bedrijfsproces bepalen inclusief  die over het voeren van de administratie.

Al met al gaat het om een vrij eenvoudige set van regels welke staccato wordt herhaald in een oneindig aantal situaties. 

Met de set basisregels worden miljoenen organisaties gebouwd in oneindige variėteit. Het combineren van basisregels gebeurt op dezelfde wijze als letters woorden vormen. En met woorden kun je eindeloos kletsen. Algemeen geaccepteerde accounting- en auditingstandaards vormen daarbij de grammaticale regels. Wie deze essentie begrijpt (en jaren geduldig oefent!!) zal zich het vak bedrijfseconomie  tot in het ruggenmerg eigen maken. 

De belangrijkste basisregel is eigenlijk dat een aangewezen persoon:

  • een omschreven taak heeft.;
  • die taak volgens voorschriften uitvoert;
  • daar volgens regels verslag van geeft;
  • er op gecontroleerd wordt en
  • na controle van zijn verantwoordelijkheid verlost wordt (decharge);
  • waarna met feedback over het vorige resultaat alles zich herhaalt.
  • Dit alles dient tijdig te worden uitgevoerd.

Dus persoon, taak, uitvoering, verslag, controle, feedback. dus maar zeven letters slechts in dit alfabet. Bedrijfseconomie is toch wel de eenvoudigste taal om te leren.
Hetzelfde nog eens in synoniemen: werknemer, opdracht/productieplan, administratie/voortgangsrapportage, interne controle/jaarverslag , management/bestuur, (just)in time enzovoort. (Bedenk er zelf nog een paar!)

terug naar inhoud


De plaats van de bedrijfseconomie in de economie als wetenschap


De bedrijfseconomie richt zich op het functioneren van bedrijven. De volmondige definitie in het boek luidt dan ook: " De bedrijfseconomie is het onderdeel van de economische wetenschap, dat in het bijzonder gericht is op het handelen in en door een bedrijfshuishouding.
Economie als vak, als wetenschap, omvat meer. Economische wetenschap richt zich ook op zaken buiten het directe zicht van de bedrijfs- of andere huishoudingen. Bijvoorbeeld in de algemene economie. Op bijvoorbeeld de onderlinge samenhang van het functioneren van al die huishoudingen (de macro-economie) of vanuit het individuele perspectief de micro-economie. Op de psychologie van de markt- en prijsvorming. Op de invloed van overheidsmaatregelen, nationale beschermingsconstructies, de invloed van politieke systemen milieubederf en al dat soort zaken die zich aan aan het dagelijkse praktische handelen van de gewone man of gewone bedrijfsleider onttrekken.

terug naar inhoud


Welvaart en welzijn


Welvaart is een half subjectief (gevoelsbegrip) half objectief (feitelijk) begrip. Het blijft dus half-vaag. Als definitie wordt vaak gegeven:
"Onder welvaart verstaan we de mate waarin de mens in staat is zijn behoefte te bevredigen met behulp van de hem ter beschikking staande middelen" Met andere woorden welvaart betekent, dat  ik als persoon genoeg poen, als land genoeg geld, grondstoffen, geschoolde werknemers en organisaties heb, om zoveel mogelijk (dus zo goedkoop mogelijk) van mijn verlanglijstje te produceren.

Iemand noemt zich welvarend als het verschil tussen productie en het verlanglijstje naar zijn gevoel klein is. Omdat Sinterklaas niet bestaat en kinderen steeds meer verlangens krijgen naarmate hun kennis van de speelgoedwinkel groter wordt, blijft de ultieme welvaart dus een onbereikbaar Nirwana voor het verwende volkje.

Omdat de middelen beperkt zijn moet men kiezen uit het verlanglijstje. Met Sinterklaas altijd een moeilijk probleem voor ouders, dat alleen maar met veel geld en jaarlijks terugkerende problemen afgekocht kan worden. Een moeilijk probleem ook voor ministers en kamerleden die ook zweven tussen gezond verstand en herverkiezing. Een moeilijk probleem voor directeuren die moeten kiezen voor een mooi kantoor, hun eigen tantičme, investering in vernieuwing of reclame, of in dividend (winstuitkering) voor de aandeelhouders. 

Economisch handelen 

is dus vooral het maken van keuzes. De economische wetenschap richt zich met een setje van vooringenomen standpunten over waar men heen wil dus vooral op het optimaliseren van keuzen. Tja, droogzwemmen help niet altijd. De economische wetenschap heeft veel praktische hulpmiddelen voor de bedrijfshuishouding geleverd maar het echte ondernemen is nog altijd de kunst om de keus te durven maken waar de wetenschap ophoud. 

Welzijn 

Als er iets structureel met het karakter mis is, als de verkering uit is of het poenerige huis toch kaal en tochtig, als de  moeder of. vader die je voor je kind gekozen hebt, alleen in je geld geļnteresseerd is, dan dringt zich het begrip welzijn op. Welzijn is de subjectieve kant van de welvaart. De asceet in lendendoek kan zich met een droge boterham helemaal  wel voelen. De directeur van Philips na scheiding heeft geen geld genoeg om geluk te kopen. Geluksonderzoek heeft uitgewezen, dat heel rijke mensen zich maar een heel klein beetje meer gelukkig voelen dan heel arme. Het begrip welzijn wordt vooral in de staatshuishoudkunde gebruikt om het algemene zorgniveau te bespreken.

terug naar inhoud


Het economisch principe: het maken van keuzes

Het economisch principe: Handelen volgens het economisch principe wil zeggen dat men een bepaald (maximaal) resultaat wil behalen met een minimum aan economisch middelen.

Volgens economen is elk economisch probleem terug te voeren op een keuzeprobleem. Wat besteed ik waaraan om tijdig mijn verlanglijstje te kunnen realiseren. Ga ik sparen of koop ik op de pof? Koop ik dan een spade of koop ik groente in blik? De economische wetenschap heeft veel handzame hulpmiddelen opgeleverd om die keus te vergemakkelijken. Sommige zijn praktisch zoals allerlei administratieve en gestandaardiseerde hulpmiddelen en voorraadbeheerssystemen. Maar andere zijn vaag als de weersvoorspelling, zoals marketingsystemen. methoden om inflatie en economische groei te beheersen. Maar ja, het echte ondernemen en het echte besturen is dan ook de kunst om daar waar de kennis te kort schiet toch snel en adequaat keuzen te durven maken. Droogzwemmen helpt dan niet. (zie in het boek ook de definitie van onderneming)

Definitie: een bedrijfshuishouding is een economisch zelfstandige productie-organisatie. 

Definitie: een organisatie is het geheel van relaties tussen personen die samenwerken, teneinde daardoor hun persoonlijk belangen te waarborgen.

Veel beslissingen van de overheid zijn gebaseerd niet op bedrijfseconomische modellen maar op modellen uit de algemene economie. De weersvoorspelling, groei van inflatie, rente, werkloosheid c.q. werkgelegenheid is hier nog moeilijker dan een strenge winter voorspellen. Het enige dat acuut op de maatregelen van Wim Duisenberg *) of zijn Amerikaanse tegenhanger Allen Greenspan reageert zijn de beurskoersen van de volgende dag, zei het in een nimmer te voorspellen richting. 

*) Overigens Het zal niemand interesseren, maar Wim Duisenberg spreekt behalve economische orakeltaal ook Fries, net als Cor Boonstra van Phillips, tenminste met zijn zuster spreek ik dat wel. De vorige president van Unilever, Durk Gorter, sprak dat ook, maar toch is de taal geen economische grootheid. 

Een bedrijfshuishouding is een samenwerking van arbeid en kapitaal. Kennis en vaardigheden en ervaring is een deel van de arbeid. Maar soms ook een deel van het kapitaal, goodwill. Net als taal zit dus een grot deel van het bedrijf vooral tussen de oren. Hoezeer dat waar is, blijkt uit het volgende voorbeeld. 
Vaak gebeurt het dat iemand een bijvoorbeeld adviesbureau begint. Zo'n bureau groeit aanvankelijk als kool door het aanstekelijk enthousiasme van de groeiende troep adviseurs (de participanten). Dan wil de initiatiefnemer(eigenaar) chashen. Hij wil de poen in handen. Hij verkoopt de tent aan een multinationaal. Soms gebeurt het dat de multinational dan een kat in de zak koopt, omdat de adviseurs (die als loonslaven andere persoonlijke doeleinde hebben) het bedrijf niet meer zien als hun eigen tent en en massa vertrekken naar een ander klein bedrijf of doorstarten in een nieuw collectief. Dan blijkt het bedrijf louter te hebben bestaan uit kennis en goodwill van de vertrokken werknemers en is de lege huls een papieren administratieve organisatie met wat ongebruikte spullen,  niet langer een bedrijfsorganisatie. Bij de overname had dus het hele personeel positief betrokken moeten zijn, want de rest is slechts het naambordje en personeel is geen eigendom.

Wat de als eenmansbedrijf gestarte ondernemer vaak moeilijk aanvoelt, is dat een (gegroeide) bedrijfsorganisatie een samenwerking is tussen een groot aantal andersoortige belanghebbenden met uiteenlopende doelstellingen bijvoorbeeld: directeur/grootaandeelhouder, overige aandeelhouders/kapitaalverschaffers, werknemers (leiding en overigen), overheid, vakbonden, maar ook leveranciers en (vaste) afnemers.

Het blijkt zowel grote economische als sociaal-emotionele vaardigheden te vergen om een tevreden evenwicht tussen al die belangen te handhaven. Veel starters groeien dood omdat ze niet tijdig afstand doen van hun rol als initiatiefnemer.

terug naar inhoud


productie

Definitie: Onder productie verstaan we het combineren en transformeren van goederen ter verhoging van de welvaart, ofwel, produceren is het omzetten van productiemiddelen (inputs) in producten (outputs: goederen of diensten) ten behoeve van een betere voorziening in de behoeften.

terug naar inhoud


Voorraad- en stroomgrootheden


Je hebt voorraad-grootheden en stroom-grootheden. Een aantal zaken blijven op hun plek: de bedrijfsgebouwen, machinenes, werknemers en dergelijke. en deze geven de stroomgrootheden aan elkaar door. Wat het bedrijf binnenkomt aan grondstoffen, maar ook onstoffelijke zaken als kennis, licenties en adviezen, wordt verwerkt, geassembleerd tot rapporten verwerkt enz en tenslotte in- of extern afgeleverd aan de belanghebbende. Deze grootheden stromen dus door het bedrijf en groeien tot een (tussen- of eind-) product.

Stroomgrootheden zijn bijvoorbeeld inkoop, bewerking, verkoop, ontvangsten, uitgaven, winst, kosten oftewel alle eenheden die kunnen worden gemeten per tijdseenheid. (a contrario heb je in de boekhouding dus geen directeuren of fabrieken per jaar. Toch wordt elke voorraadgrootheid tenslotte een stroomgrootheid Je meet immers wel afschrijving of onderhoud van de fabriek per jaar of directeurs tantičmes per jaar, of bestede arbeidsuren en grondstoffen per productie-uur.) Voorraadgrootheden worden dus stroomgrootheden, zodra en in welke mate of ze benut worden voor de productie. Voorraadgrootheden zijn bijvoorbeeld de voorraad grondstoffen en halffabrikaten, de investeringen die gedaan zijn in bedrijfsgebouwen en in licenties of het opbouwen van een goed personeelsbestand. De daaruit voortkomende stroomgrootheden zijn afschrijvingen, opslagen op loonuur-kosten, grondstofkosten maar ook hun opslagen voor indirecte kosten.

terug naar inhoud


Economisch zelfstandig

definitie: een organisatie is economisch zelfstandig als de inkomende geldstroom hoger is dan de uitgaande. Oftewel als er winst wordt gemaakt. Veel maatschappelijke organisaties worden geheel of gedeeltelijk gefinancierd. Ook worden bij grotere bedrijven wel onderdelen in stand gehouden, omdat het geheel er beter door functioneert. Een bedrijfsonderdeel dat redelijk zelfstandig functioneert en een winst genereert die ook het geheel ondersteunt noemt men een "profit center".

Bij de overheid bestaat vaak het streven om marktconform te werken. Dit is een idee fixe om een mentaliteit en werkwijze te introduceren die gebruik maakt van alle moderne bedrijfs-, marketing- en beheers-technieken zoals die in het bedrijfsleven worden ontwikkeld. Uiteindelijk moet er belastinggeld bij, dus echte functioneren als een zelfstandig bedrijf is er niet bij.

Waar bij een zelfstandig bedrijf de doelstelling primair winst maken is, is dat voor een overheidsbedrijf "het vervullen van een maatschappelijke functie", een functie die niet goed of niet volledig in de vrije markt kan worden opgevangen. Waar beide doelstellingen wel meer en meer samenvallen, zoals in de energievoorziening en de omroep en de telecommunicatie, bestaat dus de tendens tot privatisering van de overheidsbedrijven.  Dat wil zeggen dat de overheid de functie onder wettelijke garantiedoelstellingen en restricties in de markt verzelfstandigt, zijnde niet langer een kerntaak van de overheid. In de praktijk valt het serviceniveau wel eens tegen en dan komt snel de roep om de privatisering terug te draaien. 

Wanneer een overheidsinstelling duidelijk niet en nooit economisch zelfstandig kan zijn noemen we dit volgens het boek geen overheidsbedrijf maar een overheidsdienst.

De ondernemingsdoelstelling is primair natuurlijk winst maken, maar deze doelstelling is natuurlijk weinig praktisch in het dagelijks handelen. Maximale winst is vaak ook een onhandig onsympathieke doelstelling, omdat dan op lange termijn de klandizie wegloopt. Een geurig melange van zelfstandigheid en continuļteit van het voortbestaan, redelijke CAO's en een redelijke winst voor de aandeelhouders ethisch handelen enzovoort. is op den duur toch evenwichtiger en profijtelijker. 

Feitelijk is het een primair uitgangspunt: niet beginnen als er geen uitzicht is op winst. of winst is een  slot toetst: niet doorgaan als er geen winst is behaald of , met het oog op de toekomst: als er geen uitzicht is op het goedmaken van de nog noodzakelijke investeringen. Het maken van geen winst oftewel verlies maakt alle overige doelstellingen onzeker. Redelijker is dus gewoon te zeggen dat de kosten betaald moeten kunnen worden ook de financieringskosten.

terug naar inhoud


Van ondernemingsdoelen naar ondernemingsplan

De ondernemingsdoelen worden daarom vaak concreet geformuleerd in productie doelstellingen, af- en omzet-doelstellingen, doelstellingen omtrent winstmarges en winsttotalen, het bezetten van percentage van afzetmarkten en dat alles gebonden aan tijdslimieten.
Dit alles moet natuurlijk als een samenhangend geheel worden gepresenteerd en dat noemt men: het ondernemingsplan. Net als bij alle plannenmakerij heeft men plannen voor de korte en de lange termijn oftewel tactische en strategische plannen met daartussenin voor de praktische hanteerbaarheid de planning voor de middellange termijn. aspecten in de plannenmakerij zijn de diverse begrotingen: afzetbegroting, productiebegroting, investeringsbegroting, exploitatiebegroting en liquiditeitsbegroting.
Voor een gezonde onderneming moet de start altijd liggen in wat je denkt te kunnen verkopen (afzet). Immers als je een product maakt waar achteraf geen vraag naar is, is je moeite wel heel dom verspild.
De ondernemingsdoelen worden daarom vaak concreet geformuleerd in productie doelstellingen, af- en omzet-doelstellingen, doelstellingen omtrent winstmarges en winsttotalen, het bezetten van percentages van afzetmarkten en dat alles gebonden aan tijdslimieten.

terug naar inhoud


Economie is taal en taal is economisch

 

In het voorgaande maakte ik wat grapjes over het Fries. Niet omdat ik een diepFries ben, maar omdat ik weet hoe belangrijk taal is. Het Fries is uiteraard van belang wil je optimaal economisch functioneren in Friesland, maar daarbuiten is het een curiositeit.

Toch economie is taal. Hoe waar dat is moet je maar eens toetsen aan de vragen achteraan hoofdstuk 1. Al deze vragen zijn, omdat ze multiple choice zijn, alleen al taalkundig met logica op te lossen. Bij elke vraag kun je een bijpassende definitie op de tegenoverliggende pagina taalkundig ontleden en dan volgt logischerwijs het antwoord. Probeer maar.

Consequentie is dat men bij leren de taalkundige kanalen maximaal moet openen. Zelf de stof verwoorden en zelf de stof beschrijven doet de leercurve tot grote hoogte stijgen.

Het schrijven in kreten en afkortingen in plaats van nette volzinnen deformeert dit proces. Op examens wordt zulk taalgebruik door mij ook veelal verkeerd uitgelegd. Helaas!

Afkorten lijkt snel, maar deze 'wormhole' bedriegt. Het is voor de geest ook buitengewoon veel vermoeiender om in kreten en afkortingen te schrijven en te lezen dan in nette grammaticaal correcte volzinnen. De logica en structuur is zoek. Wilt u dat niet geloven praat dan maar eens een stief kwartiertje met elkaar in louter afkortingen en kreten. Nou eh! Je hoeft nooit meer!

terug naar inhoud


Naar hoofdstuk 2   

 

Let op: Op deze pagina's staan kunnen links naar samenvattingen van de lesstof staan. Het is echter niet voldoende om alleen samenvattingen te leren. Men wordt geacht de hele lesstof te kennen. De stof die op deze site wordt behandeld is veelal de kern. Leren gaat bovendien niet zonder aktief oefenen. Heb je zelf suggesties voor links of tips en materiaal. email die dan naar deze site. Zo mogelijk zal de site daarmee verbeterd worden. 
  copyright G. Poortinga